Het is eerste pinksterdag en de klanken van Jazz in Duketown klinken nog na als ik op de fiets stap richting Middelrode. De weersvoorspelling laat zien dat er een gerede kans is om nat te worden, maar door de route zover mogelijk naar het zuiden te leggen lijkt het mogelijk om daaraan te ontsnappen. De vrolijke klanken van de dag ervoor zijn wellicht de oorzaak van mijn optimistische kijk op hetgeen Buienradar laat zien. De wolken zien eruit als muzieknootjes en de stevige wind laat ze snel langskomen, het is als muziek in uptempo! Eenmaal bij de Moerkoal blijkt dat niet iedereen deze positieve kijk op de radarbeelden met mij deelt. Wat heet, ik sta er in mijn eentje als vertegenwoordiger van de C-groep…
Mijn goede humeur sputtert een beetje tegen als ik besluit om me aan mijn plan te houden: route naar het zuiden. Al snel vind ik een lekker ritme (laten we zeggen dat ik in C-tempo richting Schijndel aan het koersen ben) en houdt het sputteren ook op. Op een gegeven moment twijfel ik over de ingeslagen weg en besluit een stukje terug te gaan om een andere afslag te nemen. Net op dat moment komt er uit tegengestelde richting een oranje-blauwe brigade aanrijden en hoor ik iemand roepen “Meerijden, Jan?”. Het is als met de spreuk op het wielershirt van ’t Smoesje (Fietsen? Altijd ja zeggen) en ik roep: “JA”, draai mijn stuur weer de andere kant op en sluit aan. Het is pas als ik een beetje ben bekomen van de moeite die ik moet doen om aan te pikken dat ik zie bij wie ik allemaal in het wiel zit. Ik herken de massieve dijen van Teun (als gevolg van de extreme expansie van zijn bovenbenen rijdt hij met een ingescheurde broek), de soepele tred van Hennie en de elegante zit van Henry. Ook de andere drie A-rijders (Henri, Ronald en J.P.) herken ik vooral aan hun kuiten en hun billen. Niet dat ik bovenmatig geïnteresseerd ben in genoemde lichaamsdelen van deze heren, maar het is gelegen in de positie die ik gedwongen ben in te nemen, met het daarbij horende uitzicht, als ik met mannen van dit kaliber op pad ga. Meerijden dus! Ik ben nog niet echt ‘one of the guys’ aangezien mijn outfit nog niet up to date is; met mijn witte shirt zou ik natuurlijk kunnen doorgaan voor leider van het jongerenklassement, ware het niet dat mijn kleur haar niet geheel in overeenstemming is met deze kwalificatie…
Het gaat best goed tot ik af en toe een klein gaatje laat tot mijn voorganger, maar dat is vooral om niet nóg meer last te hebben van opspattend water én om nog iets van de weg voor me te kunnen zien. Het behoeft geen uitleg dat je strak in het wiel van Teun lekker uit de wind zit, maar ik hoef ook geen plaatje te schetsen met kijklijnen en berekeningen van hoeken om duidelijk te maken dat je dan verrekte weinig ziet, behalve dan massieve spieren en natuurlijk die gescheurde broek. De eerste keer dat het gebeurt krijg ik van iemand achter mij een klein duwtje tegen mijn bil en zit ik weer strak in het wiel. De tweede keer … Kijk, ik snap heus wel dat mijn gluteus maximus onweerstaanbaar is, maar om er bij het duwen ook nog even in te knijpen? Is het om het vetgehalte te bepalen, of is het om mij te stangen? Het derde zetje (kneepje) heeft in elk geval tot gevolg dat ik strak in het wiel probeer te blijven en misschien is het vooral daarom te doen. Hoe dan ook, we rijden lekker verder naar Middelrode en daar scheiden onze wegen.
Ik kijk terug op een mooie zondagmorgen, mede dankzij 6 clubgenoten. Vanmiddag zal er nog tijd besteed moeten worden aan het schoon maken van de fiets. Het heeft dan nauwelijks geregend, maar een natte weg laat zo zijn sporen na. O ja, wie mijn vetgehalte wil weten: het is ongeveer 0. Hoef je ook niet meer te knijpen.